Artikel 329
1
Beëindiging van de voogdij kan worden uitgesproken op verzoek van de raad voor de kinderbescherming, het openbaar ministerie of een der bloed- of aanverwanten van de minderjarige tot en met de vierde graad.
2
Ingeval artikel 336a toepassing heeft gevonden, kan de beëindiging bovendien worden verzocht door degene of degenen die de minderjarige als behorende tot hun gezin verzorgen en opvoeden.
3
In het geval, bedoeld in artikel 367, kan de rechtbank de voogdij ambtshalve beëindigen.