Artikel 40
De schuldenaar kan de tijdsbepaling niet meer inroepen:
a
wanneer hij in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard;
b
wanneer hij in gebreke blijft de door hem toegezegde zekerheid te verschaffen;
c
wanneer door een aan hem toe te rekenen oorzaak de voor de vordering gestelde zekerheid verminderd is, tenzij het overgeblevene nog een voldoende waarborg voor de voldoening oplevert.