Artikel 36
Bij gebreke van een aanwijzing van het toepasselijke recht worden de persoonlijke rechtsbetrekkingen tussen de echtgenoten onderling die niet worden begrepen onder de Verordening (EU) nr. 2016/1103 beheerst:
a
door het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de echtgenoten, of bij gebreke daarvan
b
door het recht van de staat waar zij elk hun gewone verblijfplaats hebben, of bij gebreke daarvan
c
door het recht van de staat waarmee zij, alle omstandigheden in aanmerking genomen, het nauwst zijn verbonden.