Artikel 226
1
Tenzij zij bij Koninklijk besluit tot het afleggen van getuigenis zijn gemachtigd, worden niet als getuigen gehoord de Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning, hun echtgenoten, en de Regent.
2
Eene regeling van vormen welke bij het verhoor zijn in acht te nemen, wordt bij het besluit gegeven.