Artikel 267
1
Indien de dagvaarding is ingetrokken, zonder dat den verdachte eene kennisgeving van niet verdere vervolging is beteekend, stelt de rechtbank, op het verzoek van den verdachte, den officier van justitie een termijn binnen welken hetzij tot dagvaarding, hetzij tot kennisgeving van niet verdere vervolging moet worden overgegaan. Artikel 255, vierde lid, is van toepassing.
2
De termijn kan op de vordering van den officier van justitie door de rechtbank telkens voor een bepaalden tijd worden verlengd.