Artikel 339
1
Als wettige bewijsmiddelen worden alleen erkend:
1°
eigen waarneming van den rechter;
2°
verklaringen van den verdachte;
3°
verklaringen van een getuige;
4°
verklaringen van een deskundige;
5°
schriftelijke bescheiden.
2
Feiten of omstandigheden van algemeene bekendheid behoeven geen bewijs.