Artikel 482i
1
Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand wijst voor de gewezen verdachte die geen raadsman heeft, een raadsman aan:
a
op last van de voorzitter van de rechtbank in het geval van een vordering als bedoeld in artikel 482c, tweede lid;
b
op last van de voorzitter van de Hoge Raad in het geval van een herzieningsaanvraag als bedoeld in artikel 482a;
c
op last van de voorzitter van de rechtbank, van het gerechtshof of van de Hoge Raad waar de zaak dient in het geval de zaak op de voet van artikel 482g of 482h is verwezen.
2
De in het eerste lid, onder a, bedoelde aanwijzing geschiedt voor de duur van de behandeling door de rechter-commissaris. De in het eerste lid, onder b, bedoelde aanwijzing geschiedt voor de duur van de behandeling door de Hoge Raad van de herzieningsaanvraag. De in het eerste lid, onder c, bedoelde aanwijzing geschiedt voor de gehele aanleg waarin zij heeft plaatsgehad.