Artikel 6:4:21
1
Indien bij een bevel als bedoeld in artikel 14a van het Wetboek van Strafrecht storting van een waarborgsom als bijzondere voorwaarde is gesteld, vinden de artikelen 6:1:1, 6:4:1, eerste lid en tweede lid, eerste zin, 6:4:3, zesde lid, en 6:4:8 overeenkomstige toepassing.
2
Voor de storting wordt in geen geval een langere termijn gesteld dan drie maanden, te rekenen van de dag waarop het vonnis of het arrest voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden.
3
Teruggave van de waarborgsom geschiedt op aanwijzing van Onze Minister.