Litigo logo
Het openbaar ministerie zendt de op de zaak betrekking hebbende stukken aan het gerecht toe. De rechter bepaalt daarop onverwijld een dag voor het onderzoek van de zaak, tenzij de summiere kennisneming van de stukken de rechter aanleiding geeft de vordering of het verzoek zonder behandeling niet-ontvankelijk te verklaren.
Het openbaar ministerie doet de veroordeelde en, indien daartoe aanleiding is, degene die met reclasseringstoezicht is belast, tot bijwoning van de zitting oproepen, onder betekening van de vordering of de conclusie aan de veroordeelde.
Indien niet blijkt dat de veroordeelde een raadsman heeft, en het openbaar ministerie vordert dat de beslissing zal worden genomen, geeft het openbaar ministerie kennis van deze vordering aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand dat voor de veroordeelde een raadsman aanwijst. In geval van een beslissing die niet op vordering van het openbaar ministerie zal worden genomen, geeft de rechter, indien niet blijkt dat de veroordeelde een raadsman heeft, voorafgaand aan het onderzoek aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand last tot aanwijzing van een raadsman. De , zijn van overeenkomstige toepassing.
De veroordeelde en degene die met reclasseringstoezicht is belast, kunnen vóór de aanvang van het onderzoek kennisnemen van de stukken. Indien de zaak bij de kantonrechter wordt behandeld, geldt hetzelfde ten aanzien van een bijzonder daartoe door de veroordeelde gemachtigde. Het bepaalde bij en krachtens is van overeenkomstige toepassing.
Zowel het openbaar ministerie als de veroordeelde zijn bevoegd getuigen en deskundigen te doen dagvaarden of schriftelijk te doen oproepen om bij het onderzoek tegenwoordig te zijn. De , en zijn van overeenkomstige toepassing.
Indien de veroordeelde op het tijdstip dat de zaak dient, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, zijn de en , van overeenkomstige toepassing.