Litigo logo
Het recht tot strafvordering vervalt door verjaring:
in drie jaren voor alle overtredingen;
in zes jaren voor de misdrijven waarop geldboete, hechtenis of gevangenisstraf van niet meer dan drie jaren is gesteld;
in twaalf jaren voor de misdrijven waarop tijdelijke gevangenisstraf van meer dan drie jaren is gesteld;
in twintig jaren voor de misdrijven waarop gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld.
In afwijking van het eerste lid verjaart het recht tot strafvordering niet:
voor de misdrijven waarop gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld;
voor de misdrijven, omschreven in de , , en , voor zover het feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.