Artikel 204
Hij die, in tijd van vrede, opzettelijk oproer of muiterij van krijgslieden, in dienst van het Rijk, uitlokt door een der in artikel 47, eerste lid, onder 2°, vermelde middelen, of bevordert op enige in artikel 48 vermelde wijze, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.