Artikel 4:7
1
Voordat een bestuursorgaan een aanvraag tot het geven van een beschikking geheel of gedeeltelijk afwijst, stelt het de aanvrager in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen indien:
a
de afwijzing zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de aanvrager betreffen, en
b
die gegevens afwijken van gegevens die de aanvrager ter zake zelf heeft verstrekt.
2
Het eerste lid geldt niet indien sprake is van een afwijking van de aanvraag die slechts van geringe betekenis voor de aanvrager kan zijn.