Artikel 4:37
1
Het bestuursorgaan kan de subsidie-ontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:
a
aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;
b
de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten;
c
het vóór de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en bescheiden die nodig zijn voor een beslissing omtrent de subsidie;
d
de te verzekeren risico’s;
e
het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten;
f
het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;
g
het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden;
h
het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerde financiële beheer en de financiële verantwoording daarover.
2
Indien een verplichting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt opgelegd, zijn de artikelen 4:3 en 4:4 van overeenkomstige toepassing.