Artikel 4:110
1
Door stuiting van de verjaring begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen met de aanvang van de volgende dag.
2
De nieuwe termijn is gelijk aan de oorspronkelijke, doch niet langer dan vijf jaren.
3
Wordt de verjaring echter gestuit door het instellen van een eis die door toewijzing wordt gevolgd, dan is artikel 324 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.