Artikel 7:1
1
Degene aan wie het recht is toegekend beroep bij een bestuursrechter in te stellen, dient alvorens beroep in te stellen bezwaar te maken, tenzij:
a
het besluit in bezwaar of in administratief beroep is genomen,
b
het besluit aan goedkeuring is onderworpen,
c
het besluit een goedkeuring of een weigering daarvan inhoudt,
d
het besluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4,
e
het besluit is genomen op basis van een uitspraak waarin de bestuursrechter met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, onderdeel a, heeft bepaald dat afdeling 3.4 geheel of gedeeltelijk buiten toepassing blijft,
f
het beroep zich richt tegen het niet tijdig nemen van een besluit,
g
het besluit is genomen op grond van een voorschrift als genoemd in de bij deze wet behorende Regeling rechtstreeks beroep dan wel het besluit anderszins in die regeling is omschreven.
2
Tegen de beslissing op het bezwaar kan beroep worden ingesteld met toepassing van de voorschriften die gelden voor het instellen van beroep tegen het besluit waartegen bezwaar is gemaakt.