Artikel 213mf
1
Een belanghebbende die van oordeel is dat de curator in strijd met artikel 213ma of 213me, eerste lid, geen toestemming aan de rechter-commissaris vraagt voor het doen van een tussentijdse uitkering, kan de rechter-commissaris verzoeken de curator te bevelen een tussentijdse uitkering te doen.
2
De rechter-commissaris beslist, na de curator te hebben gehoord, binnen drie dagen.
3
Wanneer de rechter-commissaris het verzoek toewijst, bepaalt hij tevens de hoogte van de tussentijdse uitkering, en, in geval van periodieke uitkeringen, de frequentie daarvan.