Artikel 68
1
De burgemeester is niet tevens:
a
minister;
b
staatssecretaris;
c
lid van de Raad van State;
d
lid van de Algemene Rekenkamer;
e
Nationale ombudsman;
f
substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman;
g
commissaris van de Koning;
h
gedeputeerde;
i
secretaris van de provincie;
j
griffier van de provincie;
k
lid van de rekenkamer van de provincie;
l
lid van de raad van een gemeente;
m
wethouder;
n
lid van de rekenkamer;
o
ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 81p, eerste lid;
p
ambtenaar of ambtenaar van politie, in dienst van die gemeente of uit anderen hoofde daaraan ondergeschikt;
q
ambtenaar, in dienst van de Staat of de provincie, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op de gemeente;
r
functionaris die krachtens de wet of een algemene maatregel van bestuur het gemeentebestuur van advies dient.
2
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder p, kan een burgemeester tevens ambtenaar van de burgerlijke stand zijn.