Litigo logo
Het uitnodigen tot het doen van aangifte, bedoeld in artikel 6 van de Algemene wet, geschiedt door het uitreiken van een aangiftebiljet.
Het doen van aangifte, bedoeld in artikel 8 van de Algemene wet, geschiedt door het inleveren of toezenden van het uitgereikte aangiftebiljet met de daarbij gevraagde bescheiden.
In afwijking in zoverre van de vorige leden kan de in , bedoelde gemeenteambtenaar vorderen dat een verplichting tot het doen van aangifte of tot het indienen van een verzoek om uitreiking van een aangiftebiljet wordt nagekomen door het mondeling doen van aangifte. Daarbij:
worden de door de in , bedoelde gemeenteambtenaar gevraagde bescheiden overgelegd;
kan de in , bedoelde gemeenteambtenaar vorderen dat een van de mondelinge aangifte opgemaakt relaas door de aangever wordt ondertekend, bij gebreke waarvan de aangifte geacht wordt niet te zijn gedaan.
Indien het derde lid toepassing vindt, kan de in , bedoelde gemeenteambtenaar voor de termijnen, genoemd in artikel 9, eerste lid en derde lid, eerste volzin, artikel 10, tweede lid, en artikel 19, eerste, derde en vierde lid, van de Algemene wet of voor de kortere termijn, bedoeld in , kortere termijnen in de plaats stellen en is artikel 12 van de Algemene wet niet van toepassing.
Bij de belastingverordening kan van het eerste en tweede lid worden afgeweken.