Artikel 3a
1
De leverancier keert aan een verbruiker een compensatie uit bij een ernstige storing in de levering van warmte waarvan de oorzaak gelegen is in:
a
het warmtenet van de leverancier of de netbeheerder;
b
de afleverset voor warmte, indien deze het eigendom is van de leverancier;
c
de aansluiting, of
d
het inpandig leidingstelsel van de gebouweigenaar.
2
De leverancier is niet verplicht tot het uitkeren van een compensatie als bedoeld in het eerste lid, indien de storing, bedoeld in dat lid:
a
het gevolg is van een extreme situatie die niet aan de leverancier of netbeheerder kan worden toegerekend, of
b
minder dan 24 uur duurt en in een periode van 12 maanden voorafgaand aan de storing zich geen storingen hebben voorgedaan in:
i
hetzelfde warmtenet van de leverancier of de netbeheerder,
ii
dezelfde afleverset voor warmte, indien deze het eigendom is van de leverancier;
iii
dezelfde aansluiting, of
iv
hetzelfde inpandig leidingstelsel van de gebouweigenaar.
3
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
a
het bestaan van een ernstige storing als bedoeld in het eerste lid;
b
de hoogte van de compensatie bij een ernstige storing in de levering van warmte als bedoeld in het eerste lid, die voor storingen van verschillende tijdsduur verschillend kan worden vastgesteld;
c
het moment van aanvang en beëindiging van de verplichting tot het betalen van compensatie bij een ernstige storing in de levering van warmte als bedoeld in het eerste lid, en
d
het bestaan van een extreme situatie die niet aan de leverancier of verbruiker kan worden toegerekend als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a.