Artikel 28
In een opslagvergunning anders dan een vergunning voor permanent opslaan van CO2 wordt bepaald voor welke stoffen, voor welk gebied en voor welk tijdvak zij geldt. Daarbij wordt bepaald dat:
a
de in de ondergrond gebrachte stoffen voor een in de vergunning geregeld tijdstip teruggehaald moeten worden, of
b
de stoffen definitief in de ondergrond achtergelaten moeten worden.