Litigo logo
De verjaringstermijn van het recht tot strafvordering, genoemd in , wordt ten aanzien van misdrijven tot de helft van de daar bedoelde duur ingekort.
Het eerste lid is niet van toepassing op misdrijven omschreven in de , en , gepleegd door een persoon die ten tijde van het begaan van het strafbaar feit de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
Het recht tot strafvordering voor misdrijven waarop gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld, en de misdrijven omschreven in de , , en voor zover het feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, verjaart in twintig jaren.