Artikel 1
Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan geen beroep worden ingesteld.
Archiefwet 1995:
a
artikel 38, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124 van de Gemeentewet voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap, en indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124a van de Gemeentewet voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten
b
artikel 38, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan hoofdstuk XVII van de Gemeentewet, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging en voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen
Bekendmakingswet: artikel 21, indien overeenkomstige toepassing is gegeven artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap
Burgerlijk Wetboek:
b
Boek 2: de artikelen 63d, tweede lid, 156 en 266, voor zover de aanvraag is toegewezen
c
Boek 7: artikel 671a.
Elektriciteitswet 1998: de artikelen 9b, vierde lid, 9c, derde lid, 9d, tweede en derde lid, 9f, zesde lid, 20a, derde lid, 20b, derde lid, artikel 20c, tweede en derde lid en artikel 20ca
Faillissementswet: artikel 285
Financiële-verhoudingswet: artikel 9
Gaswet: de artikelen 39b, derde lid, 39c, derde lid, en 39d, tweede en derde lid
Gemeentewet:
b
artikel 85, tweede lid, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging
c
artikel 124, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door de raad, het college van burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk de burgemeester
d
artikel 124a, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de commissaris van de Koning
f
artikel 268, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging
g
artikel 278, voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen
h
de artikelen 278a, vierde lid, en 281, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124 van de Gemeentewet voor zover het beroep niet wordt ingesteld door de raad, het college van burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk de burgemeester, en indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124a van de Gemeentewet voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de commissaris van de Koning
Geneesmiddelenwet: artikel 17, onderdeel a
Gerechtsdeurwaarderswet: artikel 3a, tweede lid
Instellingswet Autoriteit Consument en Markt: artikel 12h, eerste lid, voor zover de aanvraag is afgewezen
Invorderingswet 1990, met uitzondering van de artikelen 30, 49 en 62a
Jeugdwet:
b
Kaderwet zelfstandige bestuursorganen: artikel 21a, eerste en tweede lid
Kostenwet invordering rijksbelastingen, met uitzondering van artikel 7
Leegstandwet:
a
artikel 15, eerste lid, voor zover het betreft een weigering van de vergunning
b
artikel 15, zesde lid, voor zover het betreft een afwijzing van het verzoek tot verlenging
c
artikel 16, tiende lid, eerste volzin, en elfde lid, eerste volzin
Mijnbouwwet: de artikelen 141a, derde lid, 141b, derde lid, en 141c, tweede en derde lid
Onteigeningswet
Ontgrondingenwet: mededeling als bedoeld in artikel 10, tweede en derde lid
Participatiewet: de artikelen 52 en 81 en paragraaf 6.5
Pensioenwet: de artikelen 150m, tweede lid, 150oa, eerste lid, en 150q, tweede lid, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het pensioenfonds
Politiewet 2012: de artikelen 18, 20, 34, 35, 36, eerste lid, 37, eerste lid, 39, derde en vijfde lid, en 52
Provinciewet:
b
artikel 83, tweede lid, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging
c
artikel 121, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de commissaris van de Koning
e
artikel 261, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging
f
artikel 271, voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen
g
de artikelen 271a, vierde lid, en 274, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door provinciale staten, gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de commissaris van de Koning
Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PbEU 2008, L 152): een kennisgeving als bedoeld in artikel 22, vierde lid
Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid, met uitzondering van beslissingen ten aanzien van de algemeen secretaris en de medewerkers van het bureau
Telecommunicatiewet: de artikelen 3.5, 3.5a, 3.5b, 3.22 en 18.9, eerste en tweede lid
Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten: de artikelen 2 en 4
Tijdelijke wet Groningen:
a
artikel 13e, eerste lid
b
artikel 13g, eerste lid
Tracéwet: de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste lid, onderdeel c, en 23, eerste lid
Uitleveringswet
Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte: de artikelen 7, tweede, derde, vijfde, achtste en negende lid, en 7a, derde lid
Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 225): de artikelen 16, 18 en 21, voor zover het betreft een weigering om een besluit te nemen of het niet tijdig nemen van een besluit;
Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22): de artikelen 21 tot en met 58, voor zover het betreft een weigering om een besluit te nemen of het niet tijdig nemen van een besluit
Waterschapswet: artikel 156, eerste lid, voor zover het betreft de weigering om een vernietiging te bevorderen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging
Waterwet: artikel 3.13, derde lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap
Waterwet: de artikelen: 4.1; 4.4; 4.6; 5.1, behoudens voor zover daarbij de ligging van een waterbergingsgebied of beschermingszone als bedoeld in die wet wordt vastgesteld of gewijzigd; 5.5; 6.17, tweede lid, 6.28;
Wegenverkeerswet 1994: de artikelen 132c, vijfde lid, en 132d, tweede lid
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:
a
de artikelen 2.27, eerste lid, en 2.34, eerste lid, met uitzondering van beroep dat wordt ingesteld door het gezag dat bevoegd is ten aanzien van de beschikking waarop de verklaring, onderscheidenlijk de aanwijzing betrekking heeft
b
artikel 5.2a, eerste lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap
c
artikel 5.2a, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124 van de Gemeentewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap, en indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124a van de Gemeentewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten
d
artikel 5.2a, derde lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan hoofdstuk XVIII van de Provinciewet, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging en voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen
e
artikel 5.2a, vierde lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan hoofdstuk XVII van de Gemeentewet, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging en voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen
f
artikel 5.8, eerste lid, laatste volzin
Wet bekostiging financieel toezicht 2019: een besluit omtrent de goedkeuring als bedoeld in de artikelen 6 en 9
Wet bodembescherming: artikel 43, voor zover het betreft de afwijzing van een verzoek
Wet College voor de rechten van de mens, met uitzondering van de artikelen 14 tot en met 18
Wet gemeenschappelijke regelingen:
a
de artikelen 32b en 45a gelezen in samenhang met artikel 32b, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan
b
artikel 32c, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten
c
de artikelen 36, eerste lid, 49 gelezen in samenhang met artikel 36, eerste lid, en 50h, eerste lid, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging
d
de artikelen 39b en 49 gelezen in samenhang met artikel 39b, voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen
e
de artikelen 39c, vierde lid en 39e, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 32b voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan, en indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 32c, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten, en artikel 49 gelezen in samenhang met dit onderdeel
Wet geurhinder en veehouderij: artikel 7
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden: artikel 108
Wet luchtvaart:
a
de artikelen 8.4, 8.15 en 8.25fa
b
de artikelen 8.70, eerste lid, en 10.15, eerste lid, voor zover het betreft de luchthavens Lelystad, Rotterdam en Eindhoven
c
artikel 10.27, eerste lid, voor zover het betreft een vergunning voor burgermedegebruik door tussenkomst van een burgerexploitant voor de luchthaven Eindhoven.
Wet melding collectief ontslag
Wet milieubeheer:
a
de artikelen 4.3, 4.6, 4.9, 4.12, 4.15a, 4.16 en 4.19
b
een besluit inzake een programma als bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, of 5.13, eerste lid, of inzake een instemming als bedoeld in artikel 5.12, dertiende lid
c
de artikelen 10.3, 11A.2, derde lid, onderdelen b en c, 11.5, 11.18 en 15.51, derde lid
d
artikel 16.24, eerste lid, met uitzondering van een besluit houdende toewijzing van broeikasgasemissierechten voor een afzonderlijke broeikasgasinstallatie
e
artikel 17.15, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap
Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten:
a
artikel 2, eerste lid, voor zover het betreft de weigering om een aanwijzing te geven
b
artikel 3, voor zover het betreft de weigering om een aanwijzing te geven
c
artikel 5, voor zover het betreft de weigering om een besluit te nemen
Wet op de expertisecentra: artikel 123, vierde lid, zolang de gemeenteraad de aanvulling nog niet heeft bekrachtigd
Wet op de rechterlijke organisatie: de artikelen 46a, eerste lid, 62a, eerste lid, en 100
Wet opheffing particuliere banken van leening: artikel 2
Wet op het financieel toezicht:
a
een bindende aanbeveling van een toezichthouder aan de andere toezichthouder
b
de artikelen 1:75, eerste en tweede lid, en 1:76, eerste en derde lid
c
de afdelingen 3A.1.3, 3A.1.4 en 3A.1.5 voor zover het betreft een weigering om een besluit te nemen of het niet tijdig nemen van een besluit
d
artikel 3A:127
e
de artikelen 6:1 en 6:2, voor zover het betreft een weigering om een besluit te nemen of het niet tijdig nemen van een besluit
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: artikel 7.61
Wet op het primair onderwijs: artikel 128, vierde lid, zolang de gemeenteraad de aanvulling nog niet heeft bekrachtigd
Wet publieke gezondheid: de artikelen 31 en 35
Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren:
a
een besluit tot benoeming, plaatsing of aanwijzing als bedoeld in hoofdstuk 2, tenzij het beroep wordt ingesteld door een rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding als zodanig, zijn nagelaten betrekkingen of zijn rechtverkrijgenden
b
een besluit van de Hoge Raad als bedoeld in hoofdstuk 6A
c
een vordering als bedoeld in artikel 46o
Wet ruimtelijke ordening:
a
de artikelen 2.1, 2.2, 2.3 en 3.7
b
de artikelen 3.30, eerste lid, 3.33, eerste lid, en 3.35, eerste lid, voor zover het betreft een aanwijzing
c
artikel 4.1, vijfde lid
d
artikel 4.2, eerste lid, tenzij de aanwijzing betrekking heeft op een daarbij concreet aangegeven locatie waarvan geen afwijking mogelijk is
e
de artikelen 4.2, derde lid, en 4.3, vierde lid
f
artikel 4.4, eerste lid, tenzij de aanwijzing betrekking heeft op een daarbij concreet aangegeven locatie waarvan geen afwijking mogelijk is
g
artikel 4.4, derde lid
h
artikel 6.15, eerste lid, voor zover de herziening uitsluitend betrekking heeft op onderdelen als bedoeld in het derde lid
Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15: de artikelen 4, eerste lid, 8b, eerste lid, 9, eerste lid, en 16, eerste lid
Wet toezicht financiële verslaggeving: de artikelen 2, eerste lid, 3, eerste en tweede lid, 4, 9, 12 en 30
Wet van 18 december 2008 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens) (Stb. 2008, 561): artikel X
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen: artikel 30, tweede lid
Wet verplichte beroepspensioenregeling: de artikelen 145l, tweede lid, 145na, eerste lid, en 145p, tweede lid, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het beroepspensioenfonds
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van de artikelen 5:2 en 13:4
Wet vervoer gevaarlijke stoffen: de artikelen 13, eerste lid, en 14, eerste, tweede en vierde lid
Wet voortgezet onderwijs 2020: artikel 5.23, vierde lid, zolang de gemeenteraad de aanvulling nog niet heeft bekrachtigd
Wet vrachtwagenheffing: de artikelen 8, tweede lid, 9, tweede lid, en 12, eerste lid
Wet windenergie op zee: artikel 9, eerste lid
Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, met uitzondering van artikel 61
Zorgverzekeringswet:
a
artikel 9a
b
artikel 18f, eerste lid, in samenhang met artikel 18d of 18e, voor zover een besluit wordt genomen over de verschuldigdheid van de bestuursrechtelijke premie of de hoogte daarvan